Raskenmerken

Geschiedenis

Hongarije, het gebied waar de vizsla is ontstaan, is eeuwenlang een kruispunt van rijken en beschavingen geweest. Daardoor hebben allerlei culturen met hun eigen hondenrassen de bloedlijn van de vizsla verrijkt. Zo hebben bijvoorbeeld de Turken die er in 1526 binnenvielen hun eigen voorlopers van het ras meegebracht. Toen het land door het Habsburgse rijk rond het huidige Oostenrijk werd ingelijfd kwamen de oude vizsla’s waarschijnlijk in aanraking met invloeden van Duitse jachthonden. De Duitse en Weimarse staande hond worden ook gezien als waarschijnlijke invloeden. In de negentiende eeuw was de Engelse pointer een invloed op de genenpoule van de vizsla, zoals dat voor veel honden op het Europese vasteland geldt. Terwijl buitenlandse machten kwamen en gingen, voegden ze allemaal hun eigen hondenrassen toe aan de achtergrond van de Hongaarse honden. Zo ontstond door allerlei oude invloeden de vizsla die we vandaag kennen als een superieure jachthond, en die over de hele wereld ook als gezinshond een thuis heeft gevonden.

In de loop van de negentiende eeuw werd de bloedlijn bijna hopeloos verwaterd door kruisingen met Engels en Schotse terriërs, net na de Tweede Wereldoorlog waren deze honden zelfs bijna helemaal verdwenen; niet alleen in Hongarije, maar ook daarbuiten. Met de ongeveer tien oorspronkelijke Vizsla’s die nog over waren gebleven werd net op tijd een nieuw fokprogramma opgezet. Als dat niet was gebeurd zouden we vandaag de dag waarschijnlijk alleen nog maar in geschiedenisboeken over deze mooie, trouwe en zachtaardige honden kunnen lezen.

Sinds het einde van WO2 zijn vizsla’s ook populair in veel westerse landen, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, waar ze zelfs tot de vijftig populairste hondenrassen worden gerekend. In Nederland kwam de eerste geregistreerde vizsla in 1953 aan, die een jaar eerder door wandelaars was ontdekt in een herberg hoog in de Oostenrijkse Alpen. Daar was het eigenlijk veel te koud voor het dier, dat een geschenk aan de eigenaar was van een Hongaarse barones. Deze hond, Thora genaamd, kreeg in het zachtere klimaat van ons land in 1953 vijf puppy’s na in het buitenland te zijn gedekt. De eigenaar haalde nog meer vizsla’s naar Nederlandse bodem en zo kreeg deze hond ook bij ons vaste grond onder de voeten.

Jachthond?

In de kern is de vizsla nog altijd een echte jachthond, ook al zijn ze heel geschikt om als trouwe huisvriend bij gezinnen te leven. Eeuwenlang waren ze de jachtgezellen van de adel geweest, die deze honden bijna jaloers voor zichzelf wilden houden. Daardoor bleef hun bloedlijn ook een hele tijd intact, want de edelen en krijgsheren van die tijd waren erg gesteld op zulke goede jachthonden. Deze ‘staande honden’ hebben een eigen bijzondere jachttechniek: ze zoeken met hun neus in de wind naar sporen van wild. Pikken ze zo’n geurspoor op, dan gaan ze heel kenmerkend ‘voor’ staan, waarmee ze de jager precies laten zien waar de prooi zich bevindt. Vizsla’s kunnen naast voor staan ook apporteren, wat voor een jachthond neerkomt op het ophalen van een geschoten dier zoals bijvoorbeeld een eend of een patrijs.

Misschien helaas voor de vizsla – maar in elk geval gelukkig voor een heleboel wilde dieren – is de behoefte aan goede jachthonden tegenwoordig niet meer te vergelijken met vroeger. Toch heeft deze klassieke Hongaarse hond nog een heleboel andere eigenschappen die hem niet alleen als jachthond, maar juist ook als gezinshond heel goed laten gedijen, zoals sinds de jaren ’50 ook veel Nederlandse baasjes al hebben ontdekt.

Mocht je nu, of na het lezen van dit artikel, overwegen om zelf een vizsla in huis te nemen, weet dan wel dat je je puppy en volwassen hond niet zomaar de hele dag op de bank of in zijn mand kunt laten liggen. Diep van binnen is je vizsla nog altijd de actieve, energieke en gevoelige jager die hij altijd is geweest.

Zachtaardig en intelligent

Ondanks de oorsprong als jachthond is een vizsla een zachtaardige hond met een flinke intelligentie. Dat maakt deze dieren prima vrienden van het gezin, ook als daar kinderen of andere huisdieren bij horen. Een vizsla heeft een scherpe sociale intelligentie en is graag in de buurt van mensen. Anders bekeken zijn ze daardoor ook wat aanhankelijk van aard, dus een Vizsla is niet geschikt om lang alleen thuis te laten. Ze zijn ook gevoelig voor de sfeer in huis, dus zoals dat voor alle honden geldt is het hier misschien wel extra belangrijk om niet tegen je Vizsla te schreeuwen: belonen van goed gedrag werkt altijd beter dan het bestraffen van ongewenst gedrag. Voorwaarde voor een lieve, sociale vizsla in huis is natuurlijk wel een goede opvoeding en socialisatie van je puppy, maar ook dat geldt in principe voor elke hond. Nog zo’n algemene opmerking: ook al is je vizsla nog zo’n lieverd, honden mag je nooit zonder toezicht met kinderen alleen laten, al was het maar om zeker te weten dat je misverstanden en ongelukken voorkomt. Er zit ook nog een beschermend trekje in zijn genen; iets om rekening mee te houden als er bijvoorbeeld onbekende kinderen komen spelen.

Tjokvol energie

De eeuwenlange pogingen om van de vizsla de ultieme jachthond te maken hebben gezorgd voor een hond met een enorme hoeveelheid energie in zijn lijf. Dat is een erg belangrijk aandachtpunt voor alle toekomstige baasjes, want je kunt een vizsla absoluut niet de hele dag in huis laten zitten. Allen maar drie keer per dag even uitlaten is ook ronduit onvoldoende. Dit is dus typisch een hond voor actieve baasjes, die het heerlijk vinden en ook de tijd hebben om dagelijks een stevige wandeling van minstens een uur te maken. Een andere goede optie is fietsen en je vizsla lekker mee laten lopen, want zo kan je hond al die energie kwijt. Krijgt hij daar niet de kans voor, dan liggen apathie, verveling en probleemgedrag al snel op de loer.

bronvermelding: http://www.puppygroep.nl